Hoofdstuk 15
We renden naar buiten, de parkeerplaats op, wetende dat we nog een heel eind moesten afleggen, en ik was blij om te zien dat Cai geen moeite had om ons bij te houden. Als er al iets was, was ik degene die ons vertraagde.
Ik draaide me om om nog wat aanwijzingen te roepen over waar we naartoe moesten, maar tot mijn verbazing rende hij de andere kant op dan waar we heen moesten. "Waar ga je heen?" riep ik hem na. "Het is dit
manier!"