Hoofdstuk 50
-Aria-
Ik kon nauwelijks slapen en bleef maar op bed rollen terwijl ik dacht aan mijn etentje met Adonai. Ik kon niet zeggen of het gewoon opwinding was dat ik misschien doorging met mijn plannen of dat het iets anders was.
Ik kon niet doen alsof het aan mijn plannen lag, maar ik wist dat er iets anders was. Ik voelde iets anders. Ik hoopte dat ik het kon negeren en me kon richten op wat ik moest bereiken. Maar het leek niet makkelijk met een man als Adonai. Hij was te heet om genegeerd te worden.