Hoofdstuk 30
Het vuur brandde en brandde, en het stond op het punt hem te verzwelgen.
Hij verlaagde zijn stem en een hoek van zijn lippen krulde omhoog. Zijn toon was koud, zonder een spoor van vreugde of woede. "Wat ik tegen je heb gezegd, is niet belangrijk, toch?"
Lin Xinyan huiverde instinctief.