Hoofdstuk 26 Sabel
Sabel
Als ik wakker word in het late ochtendzonlicht, zijn alle vier de mannen al wakker. Ik hoor het zachte gemompel van hun stemmen die vanuit de achterkant van de hut met elkaar praten. Ik glij uit bed en vis een van Amora's geleende T-shirts en een korte broek uit mijn rugzak, kleed me aan en haal mijn vingers door mijn haar voordat ik naar buiten loop om me bij hen in de keuken te voegen.
Archer staat boven de houtkachel terwijl er iets heerlijks sist in de gietijzeren pan. Hij kijkt op als ik binnenkom en biedt me een stralende glimlach. "Goedemorgen. Goed geslapen?"