Hoofdstuk 11 Inspanningen (Deel één)
Zen goot een vat koud water over zichzelf heen en keek hoe de melkachtige onzuiverheden door het water stroomden toen het de grond raakte.
Sinds hij het niveau van botverfijning had bereikt, had zijn vlees geen onzuiverheden meer om te verwijderen. De melkachtige witte verontreinigingen die werden weggespoeld, werden uit zijn botten verdreven.
Zen sloot zijn ogen en genoot van hoe verfrist zijn lichaam zich voelde nadat hij alle onzuiverheden had weggewassen.
Sinds hij Darren had geslagen, was de steward niet meer naar Zens cel gekomen. Dit gebrek aan toezicht betekende dat Zen meer vrijheid had.
Elke avond zette Zen zijn ijzeren bed tegen de keldermuur en wikkelde het bedframe vervolgens in met meerdere lagen batist, zodat er een eenvoudige oefenpaal ontstond.