Hoofdstuk 587
" Wees lief en blijf gewoon daar, oké? Ik zal je morgen een cadeautje geven."
“ Maar ik wil naar huis.”
“ Twee cadeautjes!”
" Wees lief en blijf gewoon daar, oké? Ik zal je morgen een cadeautje geven."
“ Maar ik wil naar huis.”
“ Twee cadeautjes!”