Hoofdstuk 566
“ Dank u wel voor uw vriendelijke woorden,” antwoordde Anastasia beleefd en vertrok.
Onderweg genoot ze van het kijken naar de lichten die één voor één oplichtten, alsof het door de schemering werd aangestuurd, terwijl de nacht naderde. Ze bewonderde de schilderachtige uitzichten onderweg en haar hart was nooit meer in vrede dan op dit moment; het voelde niet langer zwaar en ze was vol verwachting om de man te zien die op haar wachtte.
In de haven was de lucht net donker geworden en het verlichte jacht viel nog meer op in de zee. Het was heel luxe en toch stijlvol.