Hoofdstuk 62
Conrad schoof de spullen over het bureau. Ik pakte ze op en stopte ze in de zak van mijn jas.
Hij stond toen abrupt op en klapte in zijn grote handen. Ik stond op van mijn stoel. "Laten we dan maar aan het werk gaan, zullen we? Ik zal je naar je kantoor brengen."
De rest van de werkdag vloog voorbij.