Hoofdstuk 49
Terwijl de maan langzaam onderging en de zon rustig opkwam, begon een nieuwe dag.
Een licht briesje waaide over het lichaam van de man en deed de blauwe gordijnen wapperen.
Zijn schitterende lichtblauwe ogen waren rood getint, zijn gezicht was doortrokken van vermoeidheid en zijn haar zat in de war.