Hoofdstuk 100
De struiken trilden en er klonk een ritselend geluid.
Su Luoli bewoog in de richting van het geluid en spreidde voorzichtig de struiken. Een klein hoofdje kwam plotseling omhoog.
Een zwerfhond.
Zijn ogen waren wijd open van angst en hij beefde. Zijn vacht was vuil en klittig.
Su Luoli knielde neer en strekte zijn hand ernaar uit. De zwerfhond kromp ineen en deinsde achteruit.