Hoofdstuk 46
Voordat Mu Tongrui kon begrijpen wat hij bedoelde met "wat we de andere dag in het hotel begonnen", werd ze over zijn schouder gedragen. Tegen de top van zijn botten gedrukt, klopte haar buik van de pijn. Op zijn kop, het bloed stroomde naar haar hoofd. Ze sloeg met haar vuist op zijn rug, "Fu Lingye! Wat doe je! Laat me zakken! Hoor je me! Laat me zakken!"
Ze begon pas te spartelen toen ze op het zachte bed werd gegooid. Zijn zwarte ogen staarden haar strijdlustig aan. Het was een angstaanjagende blik, alsof hij naar zijn prooi keek. Mu Tongrui trok zich onbewust terug. Maar hij was sneller. Zijn handen grepen haar middel vast en trokken ze hard tegen zijn borst. Tegelijkertijd drukten die koele lippen, die nog steeds een lichte geur van tabak hadden, hard tegen haar zachte lippen. Om dit een kus te noemen, zou een straf een betere term zijn.
“ Fu Lingye... laat me gaan...”