Hoofdstuk 63
Abner rolde met zijn ogen en keek zijn vader zonder enige verontschuldiging aan. "Ik maak je niet belachelijk, het is gewoon de waarheid!" Arius knikte kalm. "De waarheid, en niets dan de waarheid."
Kijken deze twee kleine schurken nou echt op mij neer? Op de vaardigheid van hun eigen vader om vrouwen te versieren?
De man liep naar de bank, ging er elegant op zitten en zei, met beide armen rustend op de stoel: "Ik heb nog nooit rivalen ontmoet in relaties; in het verleden nooit, en dat zal in de toekomst ook niet gebeuren."
Abner en Arius keken elkaar aan en bleven stil.
Op dat moment ging de telefoon van Adrian.