Hoofdstuk 274
Cathy keek naar zijn gezichtsuitdrukking en kon een glimlach niet onderdrukken.
"Meneer Jensen."
Michael kneep zijn lippen samen. "Waarom noem je me nog steeds meneer Jensen?"
"Hoe moet ik je anders noemen? Pap?"
Cathy haalde diep adem en ging op een stenen bank zitten. Ze keek Michael onverschillig aan en zei: "Wat voor vader spant samen met anderen tegen zijn dochter? Het spijt me. Ik kan mezelf er niet toe brengen om jou vader te noemen. In plaats daarvan geloof ik liever dat mijn vader Chris was, de dronkaard die in de sloppenwijken woonde."