Hoofdstuk 70
Hand in hand liepen ze langs de werkplek en liften tot ze het kantoor uit waren. Zodra Avery comfortabel in de auto zat, draaide Cayden zich om en stak een sigaret op, zijn wenkbrauwen lichtjes gefronst.
Ook al blies de koude nachtbries tegen zijn knappe gezicht, het had weinig invloed op de warmte die zich door zijn lichaam verspreidde.
Cayden had Avery al opgemerkt sinds zijn tienerjaren, net toen hij de hormonen van de puberteit voelde opkomen. Hij herinnerde zich dat hij haar vanaf het basketbalveld had aangekeken en zich realiseerde dat haar kleinheid zijn verlangen om haar te beschermen aanwakkerde. Op dat moment was haar figuur niet alleen niet goed ontwikkeld, maar zag ze er ook enigszins ondervoed uit.