Hoofdstuk 275 Je moet een doodswens hebben
Sheila bevond zich in een gevaarlijke situatie en haar ogen werden groot met een sprankje hoop toen ze op een nabijgelegen stalen staaf landden.
Ze strekte haar hand er met alle macht naar uit, verlangend naar de middelen om de twee dreigende figuren voor haar af te weren.
Wat een schurken!
"De huid van deze rijke erfgename is zo zacht als zijde en geurig als een roos!" merkte een van hen op, hoewel het slechts een rookgordijn was voor hun duistere bedoelingen.
"Genoeg met die onzin! Deze vrouw is niet te pruimen. Ik kan mijn greep niet langer vasthouden!" gromde de ander terwijl hij worstelde om Sheila in bedwang te houden.