Hoofdstuk 28 Diepe woorden
HET STANDPUNT VAN NATHAN.
Ik liet mijn tas lui op de bank vallen, verloor mijn stropdas en liet de sleutel van mijn appartement op tafel vallen. Ik gaapte, opende de koelkast en pakte een gekoelde fles water.
Ik was uitgeput, ik wilde alleen maar naar bed. Het was inmiddels 23.00 uur en ik was langer op kantoor gebleven om door rapporten te bladeren, ik keurde sommige ideeën goed en gooide andere weg. Een jonge dame wiens taak het was om assistenten te helpen, koffie te zetten en in feite een boodschappenmeisje te zijn, was een paar dagen geleden naar me toe gekomen. Ze leek bang toen ze tegen me sprak, maar nadat ze een paar keer had ademgehaald en mijn tijd had verspild, vertelde ze me vol vertrouwen dat ze niet alleen een boodschappenmeisje was, ze was goed in het tekenen van blauwdrukken. Ze wilde in details treden, maar ik hield haar tegen en zei dat ze haar originele ontwerpen naar mijn kantoor moest sturen. Toen ik het zag, was ik verbaasd dat ik een functie voor haar aan het plannen was. Ik zette de televisie aan terwijl ik iets kleins te eten klaarmaakte, want ik had de hele dag niets gegeten. Ik koos voor ramen, vooral omdat het niet lang duurde om klaar te maken. Ik vond de laatste in de kast en zette hem in de magnetron, met de timer op ongeveer tien minuten.