Hoofdstuk 498 Spijt
Lilah voelde de vijandigheid van de menigte en hun toon wekte de indruk dat zij de schuldige was en in stilte om vergiffenis smeekte.
Terwijl ze hen kalm aankeek, zei ze: "Toen je eerder naar mij toe kwam in de hoop het geld uit het familiefonds op te nemen, zei ik dat je er goed over na moest denken."
De gezichtsuitdrukkingen van Keith en de anderen werden nog somberder toen Lilah eraan herinnerde.