Hoofdstuk 7
Het standpunt van Caleb
Ik neem mijn tijd om terug te keren naar mijn kleren. Mijn gedachten blijven terugkeren naar het wolvenmeisje dat ik bij de rivier zag. Ik ken elke wolf in mijn roedel, inclusief de pups. Ze hoorde niet bij mijn roedel en ze is geen schurk, dus ze moet wel bij de Silver Moon-roedel horen. Ik glimlach terwijl ik terugverander in mijn menselijke vorm en mijn joggingbroek en schoenen weer aantrek. Ik kan niet wachten om met Theo te praten.
Terugspringend naar de tweede verdieping van het landhuis ben ik blij dat Theo en ik naast elkaar wonen. Ik klop niet eens op zijn deur; ik storm gewoon naar binnen en zie dat hij in de aangrenzende douche staat. Ik loop heen en weer in zijn kamer en probeer geduldig te zijn terwijl hij klaar is. Even overwoog ik om hem met mijn geest te verbinden en hem te vertellen dat hij zich moet haasten. Zelfs mijn wolf staat te popelen om de ontmoeting met het prachtige wolvenmeisje in het bos te delen. Uiteindelijk hoor ik de douche uitvallen.