Hoofdstuk 20 Oplichting
Julius draaide zich verschrikt om toen ik hem riep. Maar toen hij zich realiseerde dat niemand hem steunde, gromde hij naar me. "Waar de f*ck schreeuwde je om, Liliana? En waarom kwam je terug? Denk je dat je nu een grote jongen bent?"
Ik duwde hem snel weg en ging voor mijn vader staan, mijn armen uitstrekkend om hem te verdedigen. "Ik heb je gezegd dat ik het copyright niet verkoop, en je kunt het geld opgeven. Als je ons nog langer lastigvalt, bel ik de politie."
“ Doe het dan maar. Ik klaag jullie toch aan voor fraude. Ik kan niet geloven dat een slet als jij de dochter van twee professoren is. Wat een grap. Oh, en je broer is nog steeds bezig met zijn graad, toch? Zeg, wat als ik zijn klasgenoten vertel dat zijn zus niets meer is dan een ordinaire hoer? Ik vraag me af wat er met hem zou gebeuren?”