Hoofdstuk 15
Sheila's standpunt
Ik stond op de rand van een klif, starend naar het prachtige werk van de natuur. Het was het eerste ochtendgloren en de zon kwam nauwelijks op. Vogels vlogen hoog, tjilpend een prachtige ochtendmelodie. Het was gewoonweg een prachtig gezicht. En hij was daar, naast mij.
Ik kon zijn sterke muntadem voelen die langs mijn nek streek met zijn sterke armen om me heen, me gevangen houdend in zijn armen. Ik voelde Killians ruwe handen op mijn zachte en melkachtige huid terwijl ik kronkelde onder zijn aanraking.