Hoofdstuk 16
De wind blies langs me heen terwijl ik met Rosalie in mijn armen rende. Ik snakte naar adem en mijn rug deed pijn. Als ik niet was getraind volgens The Path of Solar Fire, had ik niet zo hard kunnen rennen. Die klootzakken zaten ons op de hielen, maar we werden al snel omsingeld door een andere groep van hun mensen van voren. Shit! Ze hebben een groot aantal mensen aan hun kant!
Omdat ik wist dat we niet weg zouden komen, zette ik Rosalie weer op de grond om wat rust te krijgen. Rosalie spoorde me angstig aan om actie te ondernemen. "Wat moeten we nu doen? Snel, bedenk iets!"
Toen ik hoorde wat ze zei, knarste ik mijn tanden terwijl ik mijn blik op Harry richtte. Ik besloot dat de enige manier om verder te gaan was om de leider te vangen. "Ze zullen je geen pijn doen, dus wacht op mij!" Niet langer van plan om weg te rennen, ging ik recht op Harry af. Omdat we niet voor ze konden vluchten, moest ik mezelf hieruit forceren, aangezien de sterkste persoon de meeste macht zou hebben op zo'n oeroude plek.