Hoofdstuk 11
Jonathan zei: "Je mag het vragen." Hij was opgetogen. Na zo lang zoeken kon hij eindelijk Yasmin vinden.
Amber vroeg: "Hoewel alles wat je zei een zekere betrouwbaarheid had, hoe kan ik dan volledig geloven dat jij niet de huurmoordenaar bent die Yasmin kwam vermoorden?"
Jonathan rolde met zijn ogen en legde uit: "Ten eerste ben ik geen moordenaar. Assassin is heel anders dan wij. Ten tweede heb ik nooit zaken gedaan in het land. Ten derde is dit het belangrijkste. Mijn dienst is kostbaar, Yasmin is gewoon een gewoon meisje en het zou nooit mijn beurt zijn om haar te vermoorden."