Hoofdstuk 200 De bandieten van het Zwarte Bergfort (Deel één)
Op de bergweg, ongeveer een mijl van Valley Town, marcheerde een grote bende rovers snel richting de Town. Ze zagen er allemaal woest uit en de bende werd geleid door Miller, de opperrovers van het Black Mountain Fortress. Hij baande zich een weg naar voren op een rood paard en boog zijn hoofd een beetje.
Slechts weinigen wisten dat Li Millers familienaam was. Lanny, de leider van de Li Clan, was zijn broer. En de bandieten van het Black Mountain Fortress waren eigenlijk de geheime strijdkrachten van de Li Clan. De twee broers leken op elkaar, aangezien ze allebei vuil werk deden voor de kost. De een was bij het publiek bekend als een bedrijf, de ander maakte deel uit van de onderwereld.
Toen Miller lucht kreeg van wat er met de Li Clan aan de hand was, maakte hij onmiddellijk voorbereidingen om naar Valley Town te gaan om zijn broer te steunen. Maar nog voordat hij zijn Fortress verliet, meldden zijn spionnen dat alle hoofdleden van de Li Clan waren gedood, inclusief de leider, Lanny.
Miller was woedend, zijn woede kende geen grenzen. Hij vroeg al snel iedereen in het Black Mountain Fortress om zich te verzamelen en de bende vertrok onmiddellijk naar Valley Town om zijn broer te wreken.
Samen met Miller waren er een groot aantal bandieten met allerlei wapens in hun handen.