Hoofdstuk 30
Noem me maar Wu!
Toen Kong Peng deze woorden uit de mond van Wu Guangrong hoorde, had hij bijna het gevoel dat zijn ziel zijn lichaam had verlaten. Hij kon zijn oren nauwelijks geloven.
Hij wist zeker dat Wu Guangrong iemand was die extreem arrogant was, met ogen die tot boven op zijn hoofd groeiden. Hij geeft zelfs geen moer om tycoons in Jiang City die van hetzelfde niveau zijn als hij.