Hoofdstuk 63
Als ik wakker word, zit Marco in de hoek van de kamer. Hij staat op en loopt naar me toe als hij ziet dat ik beweeg.
"Luna, je bent wakker. Iedereen zal zo opgelucht zijn." Hij zucht.
"Marco, hoe lang heb ik geslapen?" Ik wrijf in mijn ogen. Ik voel me nog steeds uitgeput.