Hoofdstuk 119
Harlyn
Ik stopte niet met lopen totdat ik bij onze kamer aankwam en de deur achter me dichtdeed. Pas toen vond ik wat rust. Het was alsof de nabijheid van die man me leegzuigde. Alles in mij haatte hem.
"Hij is slecht."
Harlyn
Ik stopte niet met lopen totdat ik bij onze kamer aankwam en de deur achter me dichtdeed. Pas toen vond ik wat rust. Het was alsof de nabijheid van die man me leegzuigde. Alles in mij haatte hem.
"Hij is slecht."