Hoofdstuk 70
Mijn lichaam begon te ontspannen toen ik voelde dat mijn ogen weer normaal werden. "Ja." Ik weet niet wat ik daarop moet zeggen.
"Klaar om naar huis te gaan?"
"Ja." Ongeacht wie mijn maatje was, zal ik deze plek nooit mijn thuis noemen. Ik zal mijn koffers pakken en nooit meer omkijken.