Hoofdstuk 307
"Vijf?" vroeg de krijger verrast.
"Ja." Alec duwde haar naar hen toe. Ze ging gewillig en lachte de hele weg.
Zodra ze uit het kantoor was, wachtte ik nog even om er zeker van te zijn dat ze weg was voordat ik weer ging praten. Jacob, ik zou je niet hoeven te vertellen dat je je mond hierover moet houden."