Hoofdstuk 274
"Hoe voel je je?" vroeg ik Penny toen we buiten het ziekenhuis waren. De koele lucht blies zachtjes mijn haar in mijn gezicht.
"Ik weet het niet zeker. Zoals je zei, ik heb ze niet nodig, maar een deel van mij wil hun goedkeuring. Het is raar. Ik heb me altijd afgevraagd of ze trots op me zouden zijn."
"Ik denk dat ze erg trots op je waren. Ik denk dat ze meer opgelucht zijn dat je een goede jeugd hebt gehad. Cassie kon je dat niet geven. Ze had je kunnen houden en je had je hele leven gedood of geslagen kunnen worden."