Hoofdstuk 166
JASMIJN
Ik zag Ashley het veld uit rennen en kreeg argwaan.
Mijn ogen volgden haar terwijl ze snel haar tas pakte en weg rende. Mijn zintuigen werden meteen geprikkeld. Ik was nieuwsgierig. Ik wachtte tot ze weg was, toen pakte ik mijn tas en rende haar achterna.