Hoofdstuk 77
Ik had me hierop voorbereid, maar de leugen die ik had bedacht voelde nog steeds zo belachelijk, dat ik moeite had om hem te zeggen. Ze zouden toch wel dwars door me heen kijken. Wat moest ik dan doen?
"Ik... kan zien dat er een plotselinge storm aankomt," dwong ik mezelf. "Morgen. Het zal de jacht verpesten. Ik vraag nederig, omwille van het evenement, dat u het een dag uitstelt."
De koning reageerde niet.