Hoofdstuk 321
Nicolaas
Een late nachtelijke klop rammelde mijn deur, en wekte me uit mijn slaap. Ik kreunde, sloeg mijn arm over mijn ogen en draaide me om, klaar om het te negeren.
Maar toen klonk het opnieuw, luider.
Nicolaas
Een late nachtelijke klop rammelde mijn deur, en wekte me uit mijn slaap. Ik kreunde, sloeg mijn arm over mijn ogen en draaide me om, klaar om het te negeren.
Maar toen klonk het opnieuw, luider.