Hoofdstuk 63
Karel
Ik was een verdomde leugenaar.
Ik had geen idee waar ik aan begon toen ik hieraan begon, maar ik had het gezegd en ik moest erbij blijven. De groeiende connectie die ik met Grace voelde, werd steeds moeilijker te negeren. Haar aanwezigheid had zich een weg gebaand in de structuur van mijn gedachten en haar geur bleef in elke hoek van mijn geest hangen. Hoezeer ik het ook probeerde te ontkennen, ik voelde me onmiskenbaar tot haar aangetrokken - een magnetische aantrekkingskracht die de rede tartte.