Hoofdstuk 40 Vreemd gedrag
Victor en ik volgden William en meneer en mevrouw James naar buiten om ze uit te zwaaien. Ik had een trui moeten pakken, want de temperatuur daalde. Het was veel koeler dan toen ik met William in de tuin was.
Terwijl ik naast de auto van James stond te wachten tot meneer James klaar was met praten met Victor, sloeg ik mijn armen over elkaar om te voorkomen dat ik zou gaan rillen.
Ik kon mijn adem zien. Het blies in pluimen uit mijn neus en mond en mijn bril begon te beslaan.