Hoofdstuk 345 De grot
Ik draaide me om in de duisternis en reikte naar Victor, maar zijn kant van het bed was leeg. Toen ik naar buiten keek, zag ik dat het nog geen dageraad was.
Waar was hij?
Ik dacht eraan dat hij, na ons gesprek over een rustiger leven, meteen wilde gaan slapen en ik begon me zorgen te maken.