Hoofdstuk 341 De gunst
Ik wist, terwijl ik de man naar de achterdeur volgde, hoe hij Lucy's huis binnenkwam. Het was geen hond die ik door Buddy's deur hoorde wurmen.
Het was een wolf.
Waarom had ik daar niet eerder aan gedacht? Als een grote hond als Buddy door het hondenluikje kon, kon een kleine wolf dat ook.