Hoofdstuk 337 In rook opgaan
Tony en Findlay waren bij Lucy toen ik bij haar thuis aankwam. De arme vrouw was in paniek. Ik begreep haar gevoelens over het feit dat haar huis weer werd geschonden.
"Ik heb de hele nacht goed geslapen," vertelde Lucy me terwijl ze in haar woonkamer naast Tony zat. "Maar toen ik vanmorgen opstond en naar de keuken ging, was mijn beeldje van Lycaon verdwenen uit de vitrine in de hal."
Ze begon een zakdoekje in haar handen te draaien. "Dat beeldje is door mijn overgrootvader in een berggrot gevonden. Het kan niet worden vervangen."