Hoofdstuk 195 Mooie plaatjes
Ik rende naar de eerste kraam. Wendy en de anderen verwachtten dat ik me weer in de laatste kraam zou verstoppen. Terwijl ze me daar zochten, probeerde ik langs ze heen te glippen en via de deur naar de gang naar buiten te glippen.
"Maar ik zag maar één paar voeten voorbij de stal gaan waar ik me in verstopte, en een zachte stem riep mijn naam. "Daisy, ik ben het. Ben je hier?"
"Amy! Godzijdank, jij bent het." Ik gooide de deur open en haastte me naar haar toe. "Hoe wist je dat ze me hier hadden opgesloten?"