Hoofdstuk 98
Ondertussen kwam Dylan toevallig uit zijn badkamer, zittend in zijn rolstoel, toen hij een klop op de deur hoorde. "Jonge Meester Dylan, slaapt u?" Terwijl de stem van Amos aan de andere kant van de deur te horen was, rolde hij naar de deur en deed deze open, waarop hij werd begroet door de butler. "Jonge Meester Dylan, Jonge Mistress Kendall is nog steeds niet terug, en het is nu al 23.30 uur." Hij voegde er bezorgd aan toe: "Oude Madam Coleman zou nu allang moeten slapen."
Dylan fronste zijn wenkbrauwen en vroeg: "Weet je waarom oma Kendall heeft laten komen, Amos? Je moet haar toch wel verteld hebben dat ik mijn fysiotherapiebehandeling ga accepteren, toch?"
"Het spijt me, jonge meester Dylan." Amos besefte dat hij Kendall zojuist in de problemen had gebracht. Tilly was immers al ontevreden met Kendall, maar het feit dat ze laat thuiskwam, maakte haar ontevredenheid alleen maar groter. Hij geloofde dus dat Tilly zo boos moest zijn dat ze Kendall had laten opsluiten in het hoofdgebouw. Bij de gedachte daaraan durfde hij zich niet voor te stellen wat voor straf Kendall te wachten stond.
Aan de andere kant leek Dylan dat niet op Amos af te schuiven. In plaats daarvan gaf hij hem de opdracht Kendall terug te brengen. "Haal haar nu hierheen. Zeg tegen Tia dat ik honger heb en dat ik haar nodig heb om mijn avondeten te maken."
"Oké, jonge meester Dylan. Ik doe het meteen." Met Dylans bevel had Amos nu een reden om Kendall uit haar dilemma te halen, want hij verliet snel de plek.