Hoofdstuk 28
Qin Muchen gaf Su Ziyue een diepe glimlach. "Oh? Je dacht niet aan mij."
“…” Er was een glimp van verlegenheid op Su Ziyue’s gezicht. Op dit moment wilde ze zichzelf echt begraven in een gat, omdat ze zichzelf had verraden door zulke woorden te zeggen; het zou absurd zijn als hij haar geloofde.
Opeens was er een glinstering in haar ogen en ze keek hem onbevreesd aan. "Het is waar dat ik aan je denk."