Hoofdstuk 53 Bij welke club is ze?
MONALISATIE
Ik liep mijn kamer binnen, mijn binnenste kookte van woede, maar mijn woede was niet op hem gericht, maar op mezelf. Was dit gewoon wie ik was? Was ik iemand die niet lief genoeg was om lang bij me te blijven?
Ik keek in de spiegel en staarde naar mijn reflectie. Ik zag er prachtig uit, maar ik voelde me niet meer prachtig. Ik had gisteren in dezelfde spiegel gekeken en ik zag er prachtig uit en voelde me prachtig, maar niet meer.
Lucius' ogen bevatten iets wat ik niet kon ontcijferen en het beste wat ik uiteindelijk kon doen was concluderen dat hij mij niet meer wilde.
Ik dacht erover om terug naar huis te gaan, maar besloot het niet te doen. Hij had voorzichtig en vastberaden gezegd dat ik niet mocht vertrekken en zelfs als ik zou vertrekken, zou ik recht tegenover hem blijven staan, dus was dat dan wel mijn vertrek?