Hoofdstuk 39 Waar of onwaar
MONALISATIE
Ik liep met gehaaste stappen naar Irene toe nadat ik door een van Lucius' auto's was afgezet. De ogen waren op mij gericht toen ik vandaag werd afgezet. Afgezet worden in een andere dure auto was iets wat mensen zeker gewend waren om mij te zien, maar ik keek naar niemand.
"Hé Irene," riep ik als eerste, maar ze had een frons op haar gezicht en ze zag er stijf uit.
"Irene?" riep ik haar naam opnieuw en ze sloot haar ogen een paar seconden voordat ze ze met een zachte zucht weer opende.
"Is er iets?" vroeg ik haar bezorgd.