Hoofdstuk 23
“ Dag. Ik ga.”
Omdat ik niet langer alleen met Michael wilde zijn, opende ik de deur aan de passagierskant en stapte uit. Michael fronste en keek me in stilte na. Nadat ik uit de auto was gestapt, scheurde hij weg, waardoor ik zo bang werd dat ik aan de grond genageld stond.
Ik kneep mijn lippen samen van ongenoegen. Deze gast miste echt stijl, maar dat stoorde me niet zo erg als ik dacht. Vanaf vandaag zou er immers niets meer tussen ons zijn. Zelfs als we elkaar in de toekomst weer zouden ontmoeten, zouden we vreemden voor elkaar zijn.