Hoofdstuk 7 Ongemakkelijk
Theseus
Mijn ogen staren naar niets in het bijzonder terwijl ik voor de ramen van vloer tot plafond van mijn kantoor sta. Achter me hoor ik de stemmen van mijn beste vrienden terwijl we wachten tot de Oudere naar mijn kantoor wordt begeleid.
Mijn broertje Damien had me al verteld dat hij hoopte dat het de uitnodiging was voor de Alpha-bloedlijncompetitie. Zijn maatje Penelope had hem aangekeken en gezegd dat hij in ieder geval bij de beste vijf zou eindigen.