Hoofdstuk 6 Het kon me niet schelen
Ze snauwde: "Waarom heb je mijn bril op?"
Hij leek te glimlachen. "Ik vond het vanmorgen in bed."
Emma zei: "..."
Ze snauwde: "Waarom heb je mijn bril op?"
Hij leek te glimlachen. "Ik vond het vanmorgen in bed."
Emma zei: "..."