Hoofdstuk 37 Grote Alpha Aurelius
LUCY.
Adan hielp me uit de auto en mijn handen trokken automatisch mijn jas dichter naar mijn lichaam, alsof de koude nacht ervoor zorgde dat ik het koud kreeg. Maar de waarheid was dat ik zenuwachtig was om de familie van de Alpha te ontmoeten.
Ik wist dat dit allemaal maar een toneelstukje was, maar ik wilde dat ze me aardig vonden. Ik had geen idee waarom – misschien omdat ik wilde dat de Alpha geen reden had om me niet aardig te vinden, of gewoon omdat ik ook een gezin wilde.