تنزيل التطبيق

Apple Store Google Pay

Capitoli

  1. Hoofdstuk 491
  2. Hoofdstuk 492
  3. Hoofdstuk 493
  4. Hoofdstuk 494
  5. Hoofdstuk 495
  6. Hoofdstuk 496
  7. Hoofdstuk 497
  8. Hoofdstuk 498
  9. Hoofdstuk 499
  10. Hoofdstuk 500
  11. Hoofdstuk 501
  12. Hoofdstuk 502
  13. Hoofdstuk 503
  14. Hoofdstuk 504
  15. Hoofdstuk 505
  16. Hoofdstuk 506
  17. Hoofdstuk 507
  18. Hoofdstuk 508
  19. Hoofdstuk 509
  20. Hoofdstuk 510
  21. Hoofdstuk 511
  22. Hoofdstuk 512
  23. Hoofdstuk 513
  24. Hoofdstuk 514
  25. Hoofdstuk 515
  26. Hoofdstuk 516
  27. Hoofdstuk 517
  28. Hoofdstuk 518
  29. Hoofdstuk 519
  30. Hoofdstuk 520
  31. Hoofdstuk 521
  32. Hoofdstuk 522
  33. Hoofdstuk 523
  34. Hoofdstuk 524
  35. Hoofdstuk 525
  36. Hoofdstuk 526
  37. Hoofdstuk 527
  38. Hoofdstuk 528
  39. Hoofdstuk 529
  40. Hoofdstuk 530
  41. Hoofdstuk 531
  42. Hoofdstuk 532
  43. Hoofdstuk 533
  44. Hoofdstuk 534
  45. Hoofdstuk 535
  46. Hoofdstuk 536
  47. Hoofdstuk 537
  48. Hoofdstuk 538
  49. Hoofdstuk 539
  50. Hoofdstuk 540

Hoofdstuk 794

Toch voelde Arthur zich wat onzeker met het wiebelende lichaam van de dame vlak achter hem, en vroeg zich af welke magie ze had waardoor hij zich opgewonden voelde. Probeert ze me expres op te winden? Hij voelde de gevoelens die Sophia voor hem had en kon het niet helpen zich geïrriteerd te voelen, omdat hij vermoedde dat ze dat expres deed. "Blijf stilzitten en stop met bewegen." Hij gaf op een koude manier een bevel.

Sophia dacht echter dat ze zichzelf nauwelijks onder controle kon houden omdat haar benen vrij in de lucht hingen. Als ze haar armen niet strak om zijn middel sloeg, kon ze elk moment van haar paard vallen. "Bedankt dat je me gisteravond te hulp bent geschoten, jonge meester Weiss." Sophia probeerde een gesprek met de man te beginnen.

" Ik heb nog nooit iemand gezien die zo dom is als jij." Arthur gromde koud.

Sophia kneep toen haar lippen samen en glimlachte, blij dat de man zichzelf was, want hij noemde haar altijd dom als ze samen waren. Maar in plaats van haar afkeer te tonen, gebruikte hij dat als reden om van haar te houden en haar alle zorg te geven die ze nodig had. Daarom kon ze het niet helpen zich af te vragen of ze nu echt zo dom was als de man dacht, nu Arthur haar nog steeds dom noemde. "Ik moet toegeven dat ik dom ben." Sophia glimlachte als antwoord.

" Hoe voelde het voor mensen zoals jij toen je opgroeide?" Arthur keek haar nieuwsgierig aan.

تم النسخ بنجاح!