Hoofdstuk 489
De vrouw hijgde, haar lange haar was een warboel. 'Verdomme: waarom zijn ze zo snel?'
Op dat moment kwamen er zes mannen van achteren om haar heen staan. Haar oogleden waren dik van de oogschaduw, maar haar paar ogen die zo helder waren als water, lieten een zweem van berusting zien.
Uiteindelijk werd ze weer gepakt.