Hoofdstuk 213 213
De lucht was vandaag een beetje bewolkt. Het was alsof de tranen uit zijn borstkas stroomden. De flauwe geur van aarde kwam via het raam de kamer binnen.
Sophia's ogen gingen open door de geur en de heerlijke wind die haar lichaam raakte.
Ze ging rechtop zitten en wreef over haar armen. Ze stak haar hand uit om haar telefoon te pakken en zag dat het nog tijd was voor haar universiteit.
Ze stond op van het bed en ging zich opfrissen. Nadat ze uit de badkamer kwam, opende ze de kast.
Het zwarte colbert trok haar aandacht. Ze negeerde het en pakte een jurk tot halverwege haar dijen.