Hoofdstuk 177
"Er is nog iets anders waar ik het met je over wilde hebben," zei ik tegen Brandon.
Mijn advocaat was een lange, stevige man van begin veertig met jeugdige gelaatstrekken die scherp contrasteerden met zijn vroegtijdig bleekgrijze haar. Hij had strenge grijze ogen die lichtjes werden vergroot door een bril met een zwart montuur, en droeg altijd dure grijze pakken met zijden stropdassen en pochetten in tinten rood en paars.
"Wat kan ik voor u doen?" vroeg hij.